Holland Solar heeft kennis genomen van de kamerbrief van minister Wiebes over de SDE+ 2018 en is verheugd dat er ook voor 2018 tweemaal 6 miljard beschikbaar komt voor de SDE+. In de brief worden de definitieve basisbedragen gegeven en de voorlopige correctiebedragen voor 2018 voor verschillende categorieën zon technieken. Hieronder geven wij de meest opvallende aanpassingen aan in de SDE 2018 t.o.v. 2017.

Twee categorieën per techniek
Nieuw is het onderscheid van basisbedragen en correctiebedragen van Zon-PV en Zonthermie categorieën kleiner en groter dan 1 MW. Holland Solar is voorstander van een passende differentiatie in de basis- en correctiebedragen vanwege de grote variatie van kostenstructuur in relatie tot projectomvang. Mogelijk worden de categorieën in de toekomst verder verfijnd.

Basisbedragen verlaagd
De basisbedrag van Zon PV is voor grote projecten 10,7 cent en voor projecten onder kleiner dan de 1 MWp nu 11,2 cent. Dit is in lijn met de concept bedragen in het eerdere advies rapport. In 2017 was dit 12,5 cent (voorjaarsronde) en 11,7 cent (najaarsronde) voor beide categorieën. Voor Zonthermie zijn de basisbedragen 8,3 cent voor boven de 1 MWth en 9,4 voor projecten onder de 1 MWth. In 2017 was dit 9,5 cent voor beide categorieën. ECN heeft berekend dat grotere systemen een lagere onrendabele top hebben.

Correctiebedragen aangepast naar eigen verbruik
Een belangrijke wijziging bij Zon-PV is de manier waarop het correctiebedrag wordt berekend. Er wordt onderscheid gemaakt tussen opgewekte stroom die aan het net wordt geleverd en stroom die zelf wordt gebruikt. Dit is gedaan omdat veel projecten een grote hoeveelheid eigen verbruik hebben. Het ministerie van EZK wil met een gedifferentieerd correctiebedrag overstimulering voorkomen.

In het voorschot wordt gerekend met een forfaitaire waarde van eigen verbruik van tweederde bij kleinere systemen, de helft bij grote daksystemen en 10% bij veldopstellingen. Dit is een inschatting van de bespaarde energiebelasting, ODE-opslag, energieprijs en netwerktarief. Het voorschot wordt achteraf gecorrigeerd aan de hand van het daadwerkelijk gemeten eigen verbruik. Deze zal worden bepaald op basis van de GVO-registratie bij CertiQ. Dit betekent dat indieners meer in detail moeten calculeren, en moeten inschrijven voor een hoger bedrag en dus voor een lagere kans op gunning.

Holland Solar betreurt dit, want heeft gepleit voor het uitstellen van deze aanpassing, om de sector beter voor te bereiden op deze fundamentele wijziging. Deze wijziging bemoeilijkt de inschrijving, projecten worden zo moeilijker te realiseren en die projecten met laag eigen verbruik krijgen lagere voorschotten.

Het eigen verbruik wordt op deze wijze niet extra gestimuleerd. Dit vindt Holland Solar zorgelijk: het leidt niet tot het voorkomen van balansproblemen in het elektriciteitsnet van de toekomst. Met de snelle groei van SDE projecten zal dit echter wel nodig zijn. Holland Solar pleit ervoor om het eigen verbruik financieel interessant te houden in SDE projecten. In Duitsland is dit al jaren met succes het beleid.
De sector beraadt zich over de consequenties van deze wijziging.

Holland Solar is wel verheugd dat de eindafrekening plaats zal vinden op daadwerkelijk eigen verbruik, en niet op basis van een vaste forfaitaire waarde, zoals bepleit naar aanleiding van het concept advies van ECN.

De correctiebedragen voor de netlevering met Zon-PV en voor zonthermie zijn niet sterk veranderd.

Holland Solar zal zich verder beraden in gesprek met haar leden en achterban en met NVDE. Inschrijvers worden geadviseerd zich goed te laten voorlichten over in welke fase en voor welk bedrag ingeschreven zal moeten worden. Ook dienen inschrijvers bijkomende kosten goed te calculeren. Holland Solar schat in dat er in 2018 zeker kansen liggen voor zonne-energie.

Deel dit bericht